UW WERKNEMER FUNCTIONEERT NIET GOED, WAT NU?

Deel 4: Evalueren

Vrijwel alle werkgevers weten dat als ze afscheid willen nemen van een werknemer die niet goed functioneert er een “goed dossier” nodig is. Maar hoe pakt u dat nu aan? Wat is daarvoor nodig. 

In aan de hand van 5 stappen geef ik handvatten wat een werkgever kan doen om disfunctioneren medewerkers te voorkomen, te laten verbeteren of uiteindelijk een voldoende dossier te hebben om afscheid van deze medewerkers te kunnen nemen. 

Klik hier voor stap 3: Het verbeterplan

Stap 4: evalueren

Het is belangrijk dat een verbetertraject actief gemonitord wordt. Mijn advies is om dit te doen door periodiek voortgangsgesprekken te houden. Vaak is dit ook onderdeel van de “Hoe” in het verbeterplan. 

Tussentijdse evaluatie

Naast de periodieke voortgangsgesprekken is het belangrijk dat er één of meer formele tussentijdse evaluaties plaatsvinden. We noemen dat ook wel opschudmomenten. De werkgever kan samen met de werknemer aan de hand van het verbeterplan evalueren hoe het gaat. Wat gaat de goede kant op en wat nog niet. Het verbeterplan kan waar nodig worden bijgesteld. 

Het is verstandig om schriftelijk vast te leggen wat er tijdens zo’n tussentijdse evaluatie is besproken. 

Mocht het nodig zijn, kan een werkgever de werknemer nog een keer formeel waarschuwen wat de consequenties zullen zijn van onvoldoende verbetering. 

Eindevaluatie

Het is belangrijk dat een verbetertraject zorgvuldig wordt afgerond door een eindevaluatie. Tijdens dit gesprek bespreekt de werkgever met de medewerker of het traject succesvol is afgerond of niet. Ook dit gesprek moet schriftelijk worden vastgelegd. Het is belangrijk om de eindevaluatie aansluitend op het einde van het traject te houden en de aangekondigde consequenties ook direct door te voeren. Als dit niet gebeurt, kan dat consequenties hebben bij een eventuele beëindiging van de arbeidsovereenkomst. 

Hebt u vragen over een verbetertraject of hoe u de evaluaties aan moet pakken? Wij helpen u graag. Neem gerust contact op met Hilde van Uffelen.